Mens & samenleving Religieus erfgoed

Wellen, dames aan de macht!

24 september 2020 Wellen 1846

Wellen betekent toponymisch ‘via bronnen uit de bodem opwellend water’ … meteen vat dit in één woord de bestaansreden van Vochtig-Haspengouw kernachtig samen. Het nochtans kleine en bescheiden Wellen is in menig opzicht uniek en verrassend speciaal en dit mede dankzij de prominente rol van ‘dames’, zowel in het verleden als in het heden!

Wellen (vr.), het kroonjuweel van Vochtig-Haspengouw!

Uit het “Etymologisch woordenboek. De herkomst van onze woorden”. Wel2 = bron. Middelnederlands: welle = bron, put. Wellen1 = opborrelen. Middelnederlands: wellen; van wel2  (= bron).

Uit “van Dale. Groot woordenboek der Nederlandse taal”. II Wel, vr. (m.) (-len) = bron, plaats waar water uit de diepe grondlagen onder druk tot op terreinhoogte opstijgt. I Wellen = opborrelen. Gezegde: ‘het water welt hier uit de grond’.

Duits, afgeleid uit het Germaans/Frankisch. Die Quelle = plaats waar water uit de grond komt.

Christina Mirabilis

Eén episode in de hagiografie van de Haspengouwse mystica Christina Mirabilis (ca. 1150-1224) alias ‘Christina de Wonderbare’ speelde zich af in het Wellen van de 12-13de eeuw. Ze is een tijd- en geestesgenote van Jutta van Borgloon en Ludgardis van Tongeren wiens bestaan kadert in de mystieke sfeer die in de 12de en 13de eeuw rond deze vrome, Haspengouwse vrouwen geweven werd. Christina, geboren in Brustem, kende een even turbulente als miraculeuze levensloop waarbij ze driemaal stierf maar telkenmale kort na haar dood weer ontwaakte en in een andere gedaante (o.a. een duif) voortleefde. Daarom is Christina in onze contreien de enige heilige met ‘vleugels’ als attributen. De neogotische kapel, keurig geïntegreerd tussen recente nieuwbouw aan de Dorpsstraat, is toegewijd aan Christina Mirabilis (foto). In het interieur staat een typische voorstelling: de gevleugelde Christina met een kruis in de hand. Volgens biograaf Thomas de Cantimpré heeft Christina zich op een dag –gekweld door een geest – helemaal ondergedompeld in de doopvont van de kerk van Wellen. Deze “doop” veranderde haar leven: ze kalmeerde en werd verdraagzaam. Deze romaanse doopvont bestaat nog steeds en is momenteel een topstuk van het Metropolitan Museum of Art in New York. Hij moet er terechtgekomen zijn via de redemptoristen van Sint-Truiden aan wie de Wellense pastoor Lenders –een redemptorist!– in 1890 de afgedankte doopvont schonk.   

Info. Religieus Erfgoed in Haspengouw, pp. 166-167. P. Diriken. Georeto. 2012.

De abdissen van Munsterbilzen

Tijdens de middeleeuwen en ancien régime –d.w.z. tot aan de Franse Revolutie (1794) was de Loonse heerlijkheid Wellen op alle vlakken afhankelijk van het prestigieus vrouwenstift van Munsterbilzen. De historische verklaring voor deze verbondenheid berust op de hypothese dat Wellen in de kersteningstijd (6-7de eeuw) deel uitmaakte van het domein van Landrada. Toen deze dame, verwant aan Pippijn van Landen, omstreeks 670 in de bossen van Munsterbilzen een kersteningsklooster stichtte, stond ze hieraan al haar wereldlijke bezittingen (o.a. Wellen) af. Tijdens de twaalfde eeuw evolueerde deze instelling naar een uiterst elitair, adellijk stift voor dames en gedroeg het zich eeuwenlang als een gezaghebbend kapittel van kanunnikessen met aan het hoofd aan een autoritaire prinses-abdis, o.m. Imagina van Loon (na 1190 tot 1205) en Mechtildis van Loon (ca. 1220-1249). Laatstgenoemde was de zus van graaf Gerard van Loon. In Wellen bezat de prinses-abdis de tiend- en patronaatsrechten, de lagere en hogere jurisdictie en het recht om de pastoor te benoemen. In feite was Wellen tot 1794 een kerkelijke enclave binnen Haspengouw waar de grondheerlijke rechten grotendeels in handen waren van Loons/Luikse kasteelheren die ter plekke in riante donjons, burchten en kastelen woonden. Dit verklaart de zeldzame afwezigheid van een middeleeuws adellijk kasteel op het grondgebied van de huidige deelgemeente Wellen: mannen hadden in Wellen –toen reeds– helemaal niks in de pap te brokken! Een en ander verklaart m.i. ook de bijzonder harde aanpak van de Wellense bokkenrijders, een exponent van het pauperisme waaraan het ganse land van Loon in de tweede helft van de 18de eeuw ten prooi was. Tijdens processen (1774/75) voor de rechtbank in het ‘verre’ Munsterbilzen werden een 30-tal Wellense zondebokken ter dood veroordeeld en effectief terechtgesteld. Het vonnis werd voltrokken in de nog steeds bestaande Bonderkuil aan de Langenakkerstraat.  Lokale rechtbanken waarin lokale schepenen zetelden zouden dit uit vrees voor represailles nooit aangedurfd hebben! De abdissen van Munsterbilzen bezorgden de Wellenaars hun koosnaampje … de bokkenrijders.

Brigida van Kildare

De gemeente Wellen heeft een merkwaardig wapenschild (foto) dat afwijkt van de meeste Haspengouwse gemeentewapens waarin de Loonse kleuren goudgeel en rood domineren. Centraal op het Wellens wapenschild, gekleurd in goud en blauw, staat de Brigida van Kildare (met stralenkroon), geflankeerd door een vrouwelijk rund (geen bok dus!) en een viriele boom. Het kerkmodel in haar linkerhand benadrukt haar levenswerk. Religieuze ervaringen brachten er haar toe een aan de behoeften van haar tijd aangepaste kloostergemeenschap voor mannen (de brigittijnen) én vrouwen (de brigittinessen) te stichten. De leefregel van Sint-Augustinus, aangevuld met enkele specifieke richtlijnen, vormde de basis van haar samenlevingsmodel. Zo waren de mannen in wereldlijke aangelegenheden ondergeschikt aan de priores van de zusters maar stonden de vrouwen in geestelijke zaken onder de jurisdictie van de abten. Paus Urbanus V keurde dit concept in 1370 goed. Brigida van Kildare genoot een bijzondere verering in het vrouwenstift van Munsterbilzen! (In feite kan ik mij hierbij, uitgaande van haar hoger beschreven hagiografie, levendig voorstellen waarom boze tongen beweren dat de dames van Munsterbilzen nauwe contacten hadden met de landcommandeurs van Alden Biesen). Het heraldisch wapen van de fusie Wellen is gebaseerd op een 18de-eeuws ‘sigillium iustitiae’, d.w.z. het zegel van de schepenbank (van de abdij van Munsterbilzen). Het toont de nauwe verwevenheid van de kerkelijke en wereldlijke macht in de middeleeuwen en het ancien régime. Uit een kerkregister van 1593 blijkt dat Brigida van Kildare toen de patrones van de parochie Wellen was; Sint-Jan-de-Doper fungeerde als de medepatroon. Pas in het begin van de 19de eeuw werden de “rollen” omgekeerd. Moeten we dit interpreteren als een uiting van ‘verlossing’ vanwege de Wellenaren die zich dankzij de Franse Revolutie van het abdissenjuk hadden bevrijd? In de huidige Sint-Jan-de-Doperkerk (foto) is het linker zijaltaar toegewijd aan de heilige Brigida. Ook de grote torenklok, gegoten in 1524, draagt haar naam.

De zusters-ursulinen

In 1851 werden enkele zusters-ursulinen van het klooster te Tildonk (bij Leuven) naar Wellen gestuurd om er het basisonderwijs en de opvoeding van de jeugd ter harte te nemen. Op dat moment was er immers maar één onderwijzer voor meer dan honderd kinderen. In 1853 werden de eerste klaslokalen, die naam waardig, gebouwd. Sedertdien groeide het klooster annex school stelselmatig uit tot een imposant, bakstenen complex van vier bouwlagen: onderaan klaslokalen en op de bovenverdiepingen slaapzalen. Tijdens het interbellum (ca. 1930) telde de school … 400 leerlingen. Het ‘internaat’ van het boerengat Wellen was tot buiten de landsgrenzen bekend: adolescenten uit Vlaanderen, Nederland, Duitsland en zelfs Zwitserland leerden Frans bij de ursulinen van Wellen. In 1951 –precies één eeuw na de stichting– werd het Sint-Jozefinstituut van Wellen officieel erkend als ‘Aangenomen Vrije Meisjesschool’. Na het kantelmoment ‘1958’ boette de school vrij vlug aan belang in en werd ze uiteindelijk opgedoekt. De gemeente kocht het complex, gevestigd in de dorpskern vlak naast de parochiekerk,  aan en in 1987 werd het levenswerk van de Wellense ursulinen, op de kapel na, gesloopt. Vooral binnenin is de beschermde kapel van het ursulinenklooster een toonbeeld van kleurrijke, neogotische decoratie.  De rest van de voormalige kloosterschool is nu een gemeentelijk park met een waterpartij en rustbanken (foto). Hopelijk worden de plannen om er appartementen neer te poten zo vlug mogelijk symbolisch op de brandstapel van de bokkenrijders aan de Langenakkerstraat vernietigd!

Burgemeesteressen

Het verleden indachtig stonden en staan sinds de jongste fusie (1970 en 1976) van steden en gemeenten nog steeds vrouwen aan het gemeentelijk roer van ‘Bruisend Wellen’. PVV- en VLD- politica Jeannine Leduc (°1939) omgordde de burgemeesterssjerp van 1996 tot 1998. Ze was gedurende meer dan veertig jaar –nl. van 1970 tot 2012– actief in de nationale politiek waar ze meerdere functies bekleedde, o.a. senator (1993-2006). Mede dankzij J. Leduc is het mogelijk dat asurnen ook in huiselijke kring mogen bewaard worden. De Geogids Wellen (1997) heb ik met dankbare graagte en met de actieve medewerking van mevrouw Leduc geschreven, bezield en uitgegeven.  Momenteel en dit sinds 2013 is sp.a-ster Els Robeyns (°1977) met hart en ziel burgemeester van Wellen. Sinds 2007 verdedigt Els de visie van haar partij en de belangen van Haspengouw in het Vlaams parlement.

 

Welk rechtschapen man zou na deze bezinning over zoveel plichtsbewuste ‘emancipatie’ niet Wild worden van Bruisend Wellen? (foto intro)

Lapis, mors-abolescens.
24 september 2020


Scroll to Top
Scroll to Top