Het laatgotisch kasteel van Heers is in verval en heeft dringend aandacht en hulp nodig. Door verwaarlozing en gebrek aan onderhoud vanwege de private eigenaars liep het sinds het midden van de 20ste eeuw zware structurele schade op. In 2017 was het de verkrotting nabij. Dit zette een groep verontwaardigde buurtbewoners, verenigd in de vzw Heerlijk(heid) Heers, aan om de alarmbel te luiden. In 2021 kocht de Vlaamse overheid het kasteeldomein – eindelijk – aan en vertrouwde het vervolgens toe aan de vzw. Herita die sindsdien de reddingsoperatie coördineert … een titanenwerk want het gaat om architecturaal hoogwaardig en zeldzaam erfgoed dat enkel door specialisten behandeld kan worden. Om de bevolking omtrent de bredere problematiek geweven rond ons cultureel en architecturaal erfgoed te sensibiliseren, lanceerde het KIK onlangs de Erfgoed-Challenge: een competitie tussen meerdere projecten in ons land. In Heers wil men de sterk verweerde terracotta sfinx aan de toegangspoort van het domein in zijn oorspronkelijke staat herstellen. Deze blikvanger vervult de rol van mascotte in het herstelproces van de hele site. Iedereen die erfgoed een warm hart toedraagt, kan stemmen. Praktische informatie hieromtrent vind je verder in deze blog.
Mede door de zuidelijke ligging en derhalve kwetsbare positie binnen het graafschap Loon – nl. vlak bij de grens met het rivaliserende prinsbisdom Luik – wisten het geslacht van Heers en de adellijke families die hen opvolgden, zich eeuwenlang te profileren op het politieke toneel dat het lokale niveau ver oversteeg. C(r)uno van Hairs, vermeld in 1034, is de eerste met naam bekende vertegenwoordiger van het adellijk geslacht van Heers. De oudste archivalische vermelding van het kasteel van Heers staat in een oorkonde uit 1274. Door het huwelijk van Cecilia van Heers met Raes I de la Rivière d’Aerschot kwamen heerlijkheid en kasteel in 1362 in bezit van het Brabants geslacht de la Rivière. Hun kleinzoon, krijgsman en politicus Raes II de la Rivière – beter bekend als Raes II van Heers (+1477) – vertolkte een hoofdrol in de geschiedenis van Heers en zijn kasteel. Hij wordt ook beschouwd als de grondlegger van het huidig kasteel. In 1682 werden het kasteel en het graafschap Heers eigendom van de Luikse Sint-Laurentiusabdij die het in 1757 verkocht aan
baron Jan-Herman de Stockhem (1705-57). In 1858 kwam het landgoed door huwelijk in bezit van de familie Desmaisières die er tot het begin van de 21ste eeuw verbleef. Door geldgebrek van de laatste adellijke eigenaars raakte het indrukwekkend domein vanaf het midden van de 20ste eeuw alsmaar meer in verval. Vooral de lekken in de daken zorgden voor ernstige vochtproblemen. In mei 2001 was er een akkoord met de Vlaamse regering om de erfgoedsite aan te kopen. Maar toenmalig Vlaams minister én Limburger Johan Sauwens werd enkele dagen voor het ondertekenen van de aankoopacte in het Antwerpse betrapt op een “verkeerd” feestje en moest stante pede aftreden. (Nvdr.: De Volksuniër Johan Sauwens was aanwezig op het jubileumfeest van het Sint-Maartensfonds, een organisatie van Vlaamse Oostfrontstrijders waarvan hij meer dan 20 jaar lid was). Zijn opvolger, de Oost-Vlaming Paul Van Grembergen had geen interesse in het project en het kasteel verkrotte verder. Vooral tussen 2001 en 2016 werd veel van de inboedel door verzamelaars van heinde en ver leeggeroofd … onbegrijpelijk dat men deze kunstroof zomaar heeft laten gebeuren. In 2017 kwam er een nieuw initiatief vanuit de basis. Een groep vrijwilligers van het burgerinitiatief Heerlijk(heid) Heers luidde de alarmbel omtrent de desastreuse toestand van de kasteelsite. En ze voegden prompt de daad bij het woord: in eerste instantie werd het totaal overwoekerd kasteelpark gesaneerd zodat de lamentabele toestand van het gebouwenbestand nog duidelijker zichtbaar werd. In 2021 besliste de Vlaamse overheid – mede onder druk van Zuhal Demir, o.a. Vlaams minister voor “Limburgse Aangelegenheden” – uiteindelijk dan toch het kasteeldomein aan te kopen voor één symbolische euro en met de herbevestiging dat het een belangrijk monument was als toemaatje. In 2022 volgde een essentiële stap met de goedkeuring van een gefaseerd restauratieplan onder auspiciën van de erfgoedstichting Herita vzw die het kasteeldomein voor 35 jaar in erfpacht kreeg. Het startbudget bedroeg 10 miljoen euro, afkomstig uit het Relanceplan Vlaamse Veerkracht. De planning annex timing in 2022 was de volgende: langsschuur (2022-25), kasteel (2022-27), hoevegebouwen (2024-2032) en park & omgeving (2022-2030). Bij een recent bezoek op 27 oktober 2024 hebben we onder de deskundige leiding van een gids de vier hogergenoemde werven bezocht. Zonder helm mochten we het kasteel niet binnen!
Wil ook jij - gehelmd - het kasteelinterieur bezoeken?
Reserveer dan uw bezoek op www.kasteelvanheers.be
In de regel kan een bezoek elke tweede en vierde zondag van de maand, om 14u.
Inschrijven is verplicht want de groepen zijn, omwille van de veiligheid, beperkt tot maximum 15 personen.
Op de imposante, driebeukige langsschuur (ca. 1500 / 1644) ligt een nieuw dak zodat het interieur tegen insijpelend regenwater beschermd is. De ruimte is met ijzeren stellingen volledig onderstut om instorting te voorkomen. Het is de bedoeling om de vermolmde houten steunpilaren door nieuw houtwerk te vervangen; elders op de site zijn vaklui bezig met het bewerken van boomstammen die op termijn het immense schuurinterieur zullen moeten schragen. Deze schuur maakte aanvankelijk deel uit van het verdedigingssysteem van de kasteelsite: de perifere rondgang met kleine muuropeningen en de vierkante hoektoren in het noordwesten zijn hiervan restanten.
(N.v.d.r. In recente teksten omtrent de restauratie van het kasteel van Heers wordt deze unieke schuur m.i. ten onrechte een tiendschuur genoemd. In onze contreien is de term tiendschuur immers vooral gelinkt aan religieuze instellingen, o.m. de tiendschuren van de abdij Herkenrode).
We betraden het kasteel via de zware poort in de zichtbaar verbouwde westvleugel waarin zich eertijds o.m. het wagenhuis bevond. Van het interieur kregen we enkele kamers en gangen op het gelijkvloers en de eerste verdieping van oost- en noordvleugel te zien. Omwille van de veiligheid zijn de plafonds van alle ruimtes stevig onderstut met ijzeren stellingen. Al het nog resterend meubilair is verwijderd en wordt elders bewaard in afwachting van restauratie. Fragmentarisch zien we restanten van lambrizeringen, stucwerk,
kleurrijk behangpapier, gordijnen, vloertegels, enz. … het moeten ooit luxueuze salons en vertrekken geweest zijn. Het is de bedoeling om het interieur in zijn 18de- en 19de-eeuwse Louis XV- en Louis XVI-stijl te herstellen. Een levensgroot probleem voor de restaurateurs is de aantasting van muren en plafonds door zwammen als gevolg van te lange leegstand, insijpelend regenwater en gebrek aan verwarming. Voor het eerst bezochten we ook de centrale binnenkoer … voor de helft gevuld met puin en afbraakmateriaal uit de zuid- en westvleugel waar de opruimingsactiviteiten nog volop bezig zijn. Bijzonder fraai en kunsthistorisch uiterst waardevol zijn de achteraf gedichte spitsbogige zuilengalerijen die zich in de gevels aftekenen; de oostvleugel bezit zo’n boogarcade ook in de tweede bouwlaag. Architecturaal verwijzen deze structuren naar de overgang van de gotiek naar de renaissance in het laatste kwart van de 15de eeuw. Kunsthistorici vertellen dat krijgsheer Raes II van Heers dit stijlconcept leerde kennen in Parijs waar hij na zijn nederlaag in de slag van Brustem (1467) heen vluchtte. Bij zijn thuiskomst liet hij zijn totaal verwoeste waterburcht herstellen in deze overgangsstijl tussen gotiek en renaissance … een unicum voor Haspengouw. Het volume van het huidig kasteel kwam tot stand tijdens meerdere bouwfasen tussen het laatste kwart van de 15de eeuw en het midden van 17de eeuw. Nadien zijn er slechts enkele kleinere secundaire aanpassingen geweest.
De hoevegebouwen zijn gedeeltelijk opgeruimd maar omwille van de instabiliteit (voorlopig) niet toegankelijk of bruikbaar. Ook hier moet alles nog eerst onderstut en verstevigd worden.
De tuin en het park zijn grotendeels gesaneerd en via bewegwijzerde paden vrij toegankelijk. Tot het parkmeubilair behoort uiteraard ook de toegangspoort aan de Nieuwe Steenweg. De huidige toegangspoort dateert uit het eerste kwart van de 19de eeuw. Op de linkerzuil, half verdoken tussen het gebladerte, heet een gehavende sfinx je welkom.
Een sfinx is een mythisch wezen dat in meerdere oude culturen (Egypte, Griekenland, e.a.) voorkomt. Vanaf de renaissance – deze 16de-eeuwse kunststroming had de Oudheid als inspiratiebron – duikt de sfinx als decoratief element ook op in onze contreien. De sfinx van Heers is een terracottabeeld dat een elegante vrouwenfiguur met een keurige haardos en blote borsten voorstelt. De rest van het lichaam ontvouwt zich als een liggende leeuwin: schoonheid en kracht gebundeld in één wezen, dat is wat de poortwachter bij het kasteel van Heers uitstraalt. Het huidig beeld, waarvan de precieze ouderdom niet bekend is, is echter sterk verweerd en deels gebroken. Experten van het atelier steensculptuur van het KIK willen zich toeleggen op een grondige studie van deze merkwaardige sculptuur vooraleer men tot een duurzame restauratie overgaat. Op deze wijze is de sfinx tegelijk poortwachter van het historisch kasteeldomein én mascotte van de actuele restauratieplannen.
ERFGOED-CHALLENGE ......... STEM NU!
Om de bevolking omtrent erfgoedprojecten-in-nood te sensibiliseren
organiseert het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK) een wedstrijd op nationaal niveau, de Erfgoed-Challenge.
Naast de sfinx van Heers treden nog zes andere projecten te Walcourt, Antwerpen, Moeskroen, aat, Edingen en Ukkel in het strijdperk.
Je kan voor één van deze projecten - bij voorkeur de sfinx van Heers! - stemmen op www.kikirpa.be/erfgoed-challenge
Omtrent de herbestemming van de kasteelsite, eenmaal de restauratie voltooid is, zijn reeds talrijke plannen en dromen ontvouwd. Ik ga ze hier niet herhalen. In deze tijden, waarin alles met rasse schreden verandert en evolueert, is omtrent de toekomst niets meer zeker. Ik kan alleen maar de wens uitdrukken dat de herbestemming van het kasteel van Heers een duurzame verrijking van het Haspengouws kastelenlandschap wordt. Mijn derde blog (maart 2020) in de blogreeks “Haspengouw Overleeft” luidde “TROCHAS-2020, een nieuwe start voor Toerisme Haspengouw”. Onder deze hoofding stelde ik de oprichting van een Toeristisch-Recreatief Onthaalcentrum voor Haspengouw voor. Ik heb hierop vanuit de basis meerdere positieve reacties gekregen maar van beleidsmakers of projectontwikkelaars heb ik niets gehoord. Zou er straks in het gerestaureerde kasteel van Heers plaats zijn voor zo’n TROCHAS? Of is de tijd daarvoor nog altijd niet rijp of alweer voorbijgestreefd? In afwachting duim ik, mede dankzij Uw stem, alvast voor de redding van de sfinx van Heers.
Lapis, mors-abolescens.
20 november 2024