
In het verkiezingsjaar 2024 werden her en der in Haspengouw diverse frisse ideeën en nieuwe initiatieven gelanceerd. De meeste hiervan moeten in de komende jaren nog verder uitgewerkt en gefinaliseerd worden. In deze blog zoem ik in op een tiental lopende projecten en (gedeeltelijke) realisaties onder diverse noemers: natuur, landschap, cultuur, erfgoed, toerisme, beleving, samenleving, …
In het zalige Haspengouw slingert sinds medio 2024 een inspirerende pelgrimstocht: een ca. 100 km lange wandelroute die je in vijf etappes loodst langs en naar bijzondere plekjes waar Christina Mirabilis (1150-1224) leefde en optrad. Mogelijks is het een hint om in het jubeljaar ‘2025’ met een spirituele geest en in een Haspengouws decor te bezinnen omtrent mentaal welzijn en psychische kwetsbaarheid ... de rode draad in het leven van de mystica. Voor de biografie van Christina Mirabilis (alias ‘de Wonderbare’) verwijs ik naar mijn eerste Haspengouw-monografie ‘Religieus Erfgoed in Haspengouw’ waarvan nog een 15-tal exemplaren beschikbaar zijn.
Het verhaal en het pelgrimspad situeren zich geografisch tussen Sint-Truiden en Borgloon; ook Brustem en Wellen zijn ankerplaatsen. Op zes locaties alias erfgoedsites – in casu het Museum De Mindere en de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Sint-Truiden, de Sint-Eucheriuskapel in Brustem, de Sint-Genovevakerk in Zepperen, de Sint-Jan-de-Doperkerk te Wellen en de Sint-Odulphuskerk van Borgloon – kan je je pelgrimskaart laten stempelen. Naar aanleiding van dit project is onder het koor van de Sint-Odulphuskerk van Borgloon een Christina Mirabiliskluis en kunstinstallatie ingericht. Kunstenaar Maud Seuntjens: “De stevige boomstronk staat symbool voor een mens die zich door moeilijke momenten kan worstelen, maar tegelijkertijd ook kwetsbaar kan zijn. De duivenveren bovenaan verwijzen naar die kwetsbaarheid”.
De begeleidende brochure is online te bestellen via www.christinamirabilis.com of te koop bij de toeristische infokantoren van Borgloon en Sint-Truiden alsook in het Museum de Mindere in Sint-Truiden. Belangrijk om weten is dat dit project een initiatief van 35 vrijwilligers is. Ik vind het ronduit schitterend en een absolute aanwinst voor het Haspengouws belevings- en verblijfstoerisme. De route zal in de loop van 2025 bewegwijzerd worden. Tot ziens, ergens te velde tussen Sint-Truiden en Borgloon.
Ondanks het korte bestaan van Natuurpunt Gingelom openden de vrijwilligers van deze natuurvereniging eind 2024 hun eerste natuurgebied. Door omstandigheden was deze landbouwgemeente, gelegen in de uiterste zuidwesthoek van de provincie Limburg, op de Vlaamse natuurkaart een blinde vlek geworden. Gingelom was immers de eerste gemeente in Vlaanderen waar de “ruilverkaveling oude stijl” vanaf 1962 tabula rasa maakte met heel wat natuur- en landschapselementen: holle wegen en graften werden genivelleerd, kronkelende karrensporen werden vervangen door een geometrisch netwerk van gebetonneerde verkavelingswegen, solitaire bomen werden gekapt, enz.
Het embryonaal natuurgebied, genoemd naar het nabijgelegen gehucht Heiselt (Jeuk, Gingelom), is genesteld in het vingervormig vertakt brongebied van de Melsterbeekvallei. De uitheemse sparren werden verwijderd en vervangen inheemse loofbomen en struiken. De poel is gesaneerd tot een habitat waar vogels, insecten, amfibieën en kleine zoogdieren de biodiversiteit kansen geven. Het kerngebied (1ha) is omrand door laagstammige fruitaanplantingen, akkers en bosjes. Een deel van het gebied is toegankelijk voor het publiek; tot de bezoekersinfrastructuur behoren een houten zitbank en een infopaneeltje. Binnenkort komt er een bewegwijzerde wandeling die het prille natuurgebied verbindt met naburige landschaps- en natuurelementen – o.a. holle wegen en het waardevolle Hornebos waar de Herk ontspringt – in Droog-Haspengouw, vlak bij de grens tussen Vlaanderen (Limburg) en Wallonië (Luik). Info: www.natuurpuntgingelom.be
Tussen de eerste en vijfde eeuw van onze tijdrekening was Droog-Haspengouw een weids akkerlandschap, dooraderd met kleine en grotere heerbanen. Her en der lagen uitgestrekte villadomeinen, productiecentra van granen die getransporteerd werden naar de Romeinse soldaten aan de rijksgrens bij de Rijn. Onderzoek heeft aangetoond dat er ruimte was voor gemiddeld twee villa’s per vierkante kilometer. In vrijwel alle Zuid-Limburgse dorpen zijn archeologica uit de Gallo-Romeinse tijd gevonden … een capita selecta hiervan is o.m. permanent tentoongesteld in het Gallo-Romeins museum in Tongeren. Jaarlijks gebeuren in de regio nog steeds archeologische opgravingen. Zo stootte het Studiebureau Archeologie, gevestigd in Tienen, in het voorjaar van 2024 in het centrum van Mechelen-Bovelingen (een deelgemeente van Heers) tijdens een archeologisch vooronderzoek op de grondvesten – een rechthoekig gebouw in silex van 11 bij 32 meter – van een Romeinse villa. In Droog-Haspengouw zijn bouwheren immers wettelijk verplicht de uitvoering van grote infrastructuurwerken – in casu de bouw van een nieuwe woonwijk – te laten voorafgaan door een archeologisch vooronderzoek. Aansluitend vond men er ook houten sporen uit een pre-Romeinse fase en artefacten uit de vroege middeleeuwen wat voor Mechelen-Bovelingen op een continue bewoningsactiviteit van meerdere millennia duidt. Na het archeologisch graaf-, speur- en tekenwerk en de bijbehorende staalnames werd de onderzoeksput opnieuw gedicht en de bodem genivelleerd. De toekomstige bewoners van de Bovelingenstraat kunnen met terechte fierheid zeggen dat ze op Romeinse grondvesten wonen. Voor de resultaten en conclusies van het onderzoek verwijs ik naar www.studiebureuarcheologie.be
Archeologisch onderzoek, uitgevoerd tussen 1952 en 1966 te Rosmeer (Bilzen), brachten het bestaan van een bandkeramische nederzetting – van 5300 tot 4700 v. Chr., dit is in volle steentijd! – aan het licht. Deze vondst leverde een fundamentele bijdrage aan de kolonisatiegeschiedenis van het Haspengouws leemplateau na de laatste ijstijd. Na onderzoek werd, zoals het in archeologische kringen gebruikelijk is, deze site weer ‘begraven’ en genivelleerd. Nadien mocht er weer aan landbouw gedaan worden met de restrictie het onderliggend bodemarchief zo min mogelijk te verstoren. Maar in mei 2024 liep het mis toen bij het rooien van een oubollige hoogstamboomgaard de wortels machinaal uit de bodem gerukt werden. Mocht men in de toekomst met betere technieken en nieuwe inzichten deze site opnieuw willen onderzoeken om bijkomende informatie te verzamelen, kan dit nefast zijn!
Centraal op het voormalig stationsplein, tegenover het Belevingscentrum Stroopfabriek annex toeristisch infocentrum, staat sinds kort een eigentijds paviljoen dat intuïtief reflecteert naar een klassiek spoorwegstationnetje van weleer (1881-1957). Het werd geconcipieerd als een rust- en adempauzeplek voor fietsers en wandelaars die de Fruitroute volgen en beleven. In de buurt ligt een gereconstrueerd ‘streepje’ echte spoorstaven en staat een oubollige houten wagon die nog een oplapbeurt moet krijgen. De kostprijs van de heraanleg van het plein bedroeg 8 miljoen euro waarvan 62.5% voor rekening van de provincie. Gedeputeerde Igor Philtjens (Open VLD): “ Borgloon is het epicentrum van de Haspengouwse fruitteelt. Om het verhaal van Haspengouw te vertellen moet je ingrepen doen op plekken waar de geschiedenis van de streek geschreven is”. Het voormalig Loons Stationsplein noemt vanaf 2025 het Stroopplein omdat er in de nieuwbakken fusiestad Tongeren-Borgloon elders al een gelijknamig plein bestaat. De nieuwe naam is tevens een hommage aan oud-burgemeester E. Awouters (Open VLD/Stroop), de drijvende kracht achter de rehabilitatie van de Loonse stationsbuurt.
De fruitroute is een nieuwe fiets- en belevingsrouteroute als rode draad tussen een aantal ‘attracties’ langs de bedding van de oude spoorlijn tussen Tongeren en Sint-Truiden. De route is een lus van ca. 50 kilometer en combineert twee oost-west georiënteerde historische routes, nl. het Fruitspoor en de Romeinse heerweg Tongeren-Tienen. Het geheel zal gekruid worden met culinaire en fruitige Haspengouwse streekproducten en -wijnen. Voor de uitwerking van deze ambitieuze plannen stelden Visit Limburg en de Provincie Limburg een multidisciplinair consortium samen. Dit project had eind 2024 voltooid moeten zijn, maar heeft vertraging opgelopen. Uitkijken dus of er in de loop van 2025 een en ander boven de doopvont gehouden wordt! Info: www.toerismeborgloon.be en www.toerismewerkt.be/fruitroute
Begin 2020 publiceerde ik onder te titel “De groene slag om het Schulensbroek” mijn allereerste en tot nog toe meest (6139!) geraadpleegde Haspengouwblog. En het gaat inmiddels goed daar in het waterrijke Schulensbroek. De herinrichtingswerken van het project Life Delta hebben hun vruchten afgeworpen: de natuurontwikkeling bewijst dat die werken nodig en zinvol waren. Begin mei 2024, tijdens de 38ste editie van de ’24 uur van het Schulensbroek’ spotten 68 wandelaars-ornithologen liefst 101 vogelsoorten. Nieuwkomers waren de kerkuil, de watersnip, de reuzenstern, de boomvalk en de Temmenicks strandloper; ook de grauwe klauwier, de zilverreiger, de waterral en de kemphaan werden aangekruist. Conservator Piet Rymen: “Het Schulensbroek is één van de weinige gebieden in Vlaanderen met een dergelijke concentratie aan vogelsoorten. Dit jaar heeft er voor het eerst een koppel ooievaars gebroed; de jongen ringen zat er helaas niet in omwille van de kwetsbare en moeilijk te bereiken positie van de broedplaats”. Info: www.natuurpunt.be/vrienden-van-het-schulensbroek en www.schulensmeer.be
In Vrijhern, een tegen Tongeren aanleunend gehucht van Hoeselt, gedijt de laatste nog overblijvende kluis van Haspengouw. De geanimeerde kluisgeschiedenis startte in 1667 en eindigde in 1904 na het overlijden van laatste kluizenaar. Tot op heden staat de kluis van Vrijhern, eigendom van de fusiegemeente Bilzen-Hoeselt, nog steeds niet op de Vlaamse lijst van beschermd onroerend erfgoed. Door de schuldovername van Vlaanderen, een gevolg van recente fusie van Hoeselt met Bilzen, groeit de hoop dat er in de nabije toekomst de wil en (financiële) middelen vrijkomen voor de eerste restauratie van de kluissite in ruim 300 jaar! Want ‘iedereen’ vindt dat er ‘iets’ met de kluis moet gebeuren en dat de rehabilitatie zeker na de fusie van start moet gaan. Een architectenbureau onderzoekt de faciliteiten omtrent de restauratie en een herbestemming. Een gezamenlijk initiatief van fuserende gemeenten om samen een duurzaam project te realiseren wat afzonderlijk onmogelijk is, is lovenswaardig. We kijken met belangstelling uit naar het vervolg van dit verhaal en houden U op de hoogte.
In afwachting is en blijft de Kluis van Vrijhern nog steeds de ankerplaats van de Greenspot Vrijhern, start- en aankomstplaats van meerdere landschapswandelingen op het golvend interfluvium tussen de bovenloop en de Demer en de Mombeekvallei. Info: www.visitlimburg.be
Het eeuwenoude Haspengouws kastelenlandschap is voortdurend in beweging en evolutie: her en der dringen zich restauraties en herbestemmingen op, komen andere eigenaars en treden nieuwe functies op. Enkele historische kasteelsites vallen helaas ook (tijdelijk?) ten prooi aan leegstand en verloedering zoals de kastelen van Heers en Rijkel. We focussen echter op het goede nieuws, a fortiore voor wat betreft de toekomstige ontwikkeling van het Haspengouws verblijfs- en kasteelltoerisme.
De waterburcht van Hoepertingen – met middeleeuwse roots en een huidig gebouwenbestand uit de 17de eeuw – was adellijk bezit tot 1929, toen het verkocht werd aan de zusters annunciaten uit Heverlee en onder de benaming ‘Kasteel Mariagaarde’ een onderwijsfunctie kreeg. In 2023 verkochten de zusters hun domein aan de familie Van Vloten, eigenaar van de horecazaak Chateau de la Motte in het naburige Groot-Gelmen. Begin 2024 opende ze binnen de muren van het historische kasteel van Hoepertingen een tweede horecazaak, het Chateau de Looz. Er werd geopteerd voor een Franstalige benaming, refererend naar de best wel lange periode ‘1366-1794’ toen het graafschap Loon (Fr. = Looz) een administratief onderdeel van het prinsbisdom Luik was.
Chateau de Looz is nu een kasteelhotel met (voorlopig) 30 kamers en suites: van eenpersoonskamers tot een heuse bruidssuite, allen met een rustiek uitzicht op de slotgracht, de kasteeltuin of de binnenkoer ... ‘betaalbare luxe’ is geen holle slogan. Bovendien kan iedereen er aan democratische prijzen lekker tafelen in Brasserie Léonard en nadien, naarmate de omstandigheden, afzakken naar Henry’s Bar. Voor reservaties en alle andere informatie kan je terecht op www.chateaudelooz.com.
De misnoegdheden en protesten nabij de gewest- en taalgrens tussen Vlaanderen en Wallonië blijven onverminderd voortduren. De problemen die ik aankaartte in mijn blog “Grensoverschrijdend gedrag” (2022) zijn nog steeds brandend actueel, zoals de vrees voor geluidsoverlast naar aanleiding van de uitbreiding van Liège Airport (Bierset) en de oprukkende, ja zelfs ondermijnende krijtontginning in de Romontgroeve door de cementreus CBR (Zichen-Zussen-Bolder, Kanne en Eben-Emael). Ook de recente (eind 2024) aanvraag van de stad Visé voor de bouw van een voetgangersbrug over het Albertkanaal doet heel wat Vlaamse wenkbrauwen fronsen.
Voor de praktische realisatie van het Albertkanaal was indertijd (1930-39) de aanleg van een artificiële ‘canyon’ dwars doorheen de krijtformaties van de unieke “Sint-Pietersberg’ noodzakelijk. In geografisch perspectief is deze Sint-Pietersberg de smalle waterscheidingskam tussen de stroombekkens van de Maas en de Jeker. Omwille van het kalkrijk substraat en het microklimaat gedijt er een specifieke, maar ook uiterst kwetsbare flora.
De geplande loopbrug is 200 meter lang, anderhalve meter breed en zweeft tot 50 meter boven het wateroppervlak van het kanaal. Voor wandelaars legt de brug een ‘stille’ verbinding tussen twee iconische sites aan weerszijden van de taalgrens: enerzijds het ‘Fort van Eben-Emael’ en anderzijds het beschermd natuurgebied ‘Het Plateau van Caestert’. De Waalse initiatiefnemers argumenteren: “Dit project werkt verbindend tussen de regio’s en slaat bruggen tussen Vlaanderen en Wallonië”. De vzw ‘Beter Kanne’ en de gemeente Riemst hebben echter heel wat opmerkingen en bezwaren. De inwoners van Kanne vrezen een toenemende recreatiedruk en parkeerproblemen; verder opperen dat ze onvoldoende inspraak hadden bij de opmaak van de plannen en dat het project geen enkel bijkomend voordeel voor de lokale bevolking heeft. Of VIALTA – zo noemt de verbindende loopbrugstory – ook op de communautaire tafel van de federale onderhandelingen ligt, weet ik niet. We zullen zien wat er in Kanne kan of niet.
De kans dat de faciliteitengemeente Herstappe – 1.35 km2 groot, 24 huizen/hoeven, een kerk, een polyvalent gemeentehuisje en amper 74 inwoners waarvan 59 stemgerechtigd – de Vlaamse media haalt, is uiterst klein … behalve in jaren dat er gemeenteraadsverkiezingen zijn. Zo dus ook in 2024 want gemeenteraadsverkiezingen waren er weer eens overbodig. Op de enige lijst, de eenheidslijst Gemeentebelangen/Intérêts Communaux, stonden 9 kandidaten: 7 effectieven en 2 opvolgers alias vijf mannen en vier vrouwen. Van elke familie in het dorp stond één lid op de lijst. In onderling overleg werden hieruit de burgemeester en twee schepenen aangeduid. Vlaanderen leerde burgemeester Marlutje Jackers afgelopen jaar kennen als kandidaat in Blokken (VRT). In het zaaltje achter het gemeentehuis werd op verkiezingsdag 13 oktober 2024 een dorpsfeest georganiseerd … wat kan een loepzuivere democratie toch verbindend zijn!
Er was een tijd – in 2007, niet eens zo heel lang geleden – dat men op de aloude Pliniusbronsite in Tongeren het prestigieuze ‘Land van Ooit’ inplantte. Er werd van alles en nog wat gebouwd maar om mysterieuze redenen is dit op het Romeins verleden geïnspireerde pretpark nooit echt opengegaan en vrij vlug weer ontmanteld. De Pliniusbron – vernoemd naar de Romeinse schrijver Plinius de Oudere – is één van de natuurlijke bronnen van de Fonteinbeek, een zijbeek van de Mombeek (Demerbekken). Het Pliniuspark werd nadien een stadspark met een openluchtzwembad.
Eind 2024 lanceerde de stad Tongeren concrete plannen om op deze plaats een labyrint aan te leggen. De raad van bestuur heeft het voorlopig ontwerp voor dit kunstzinnig project (1.5 à 2 miljoen) goedgekeurd. Het moet een bijkomende attractie langs de ‘boorden’ van de nog te realiseren fruitroute worden. Of, hoe en wanneer het gerealiseerd wordt ligt in handen van het nieuwbakken bestuur van de stedenfusie Tongeren-Borgloon, een conglomeraat van 31 hoofdzakelijk landelijke gemeenten die tot 1976 nog een autonoom gemeentelijk bestuur hadden … ook dit conglomeraat is een revolutionair kunstwerk! We kijken er met meer dan gewone belangstelling naar uit en houden je op de hoogte wanneer de tijd gekomen is dat we kunnen gaan ronddolen in het “Mooiste labyrint ooit tussen Jeker en Demer”. Tot dan.
Lapis, mors-abolescens.
27 januari 2025