In de monografie ‘De evolutie van het Haspengouws Landschap’ prikte ik tien kantelmomenten die het uitzicht van het huidig landschap bepaalden. Het zou best kunnen dat we momenteel met zijn allen vertoeven in het epicentrum van het elfde kantelmoment. Er zijn immers veel potentiële kandidaten die in dit proces een rol ambiëren. Alvast een vrijblijvende denkoefening met consequenties voor wat de kandidatuur ‘windenergie’ betreft.
Voor wat windenergie betreft behoren de Haspengouwse plattelandsgemeenten Gingelom en Riemst tot de beste leerlingen van de Vlaamse klas. Ze herbergen anno 2022 immers resp. zeven en zes windturbines … ruim voldoende om de eigen huishoudens continu van elektriciteit te voorzien! De omgevingsomstandigheden zijn er ideaal: 1. een hoge topografische ligging (tussen +120m en +155m boven het zeeniveau), 2. een open landschap, 3. nauwelijks bewoning en 4. reeds bestaande lineaire infrastructuren zoals de spoor- en HST-lijn Brussel-Luik en de E40 (Gingelom) en de E313 (Riemst). Ondanks het feit dat alle voorwaarden vervuld zijn geeft het gemeentebestuur van Gingelom tegenwind voor de plaatsing van drie bijkomende turbines in Montenaken, ca. 500 meter ten zuiden van de dorpskern, met het argument … ‘landschapsschennis’. Ook het gemeentebestuur van Riemst luidt de alarmbel omdat de gemeente in de nabije toekomst door wildgroei en willekeurige vergunningspolitiek vanuit het zuiden omsingeld dreigt te worden door tientallen windturbines. Het geïsoleerde Riemst is al enkele jaren –overigens in een breder geografisch perspectief heel terecht– vragende partij voor een gewestgrensoverschrijdende aanpak en uitbouw van het thema ‘windenergie’. Want het Zuid-Limburgse plateau ‘Droog-Haspengouw’ (Riemst, Heers, Gingelom en de zuidelijke deelgemeenten van Tongeren, Borgloon en Sint-Truiden; ± 295km2) is in feite maar de noordoostelijke uitloper van de veel ruimere Waalse akkerbouwregio Hesbaye (± 3 150km2), gelegen op het grondgebied van de provincies Henegouwen, Namen, Waals-Brabant en Luik. Welnu, elke objectieve waarnemer zal beamen dat Hesbaye annex Haspengouw op Belgisch niveau de meest geschikte regio is voor de inplanting van windturbines op het land.
Inderdaad, de inplanting van honderden turbines op het hooggelegen, open akkerbouwplateau ‘Hesbaye-Haspengouw’ zorgt voor nieuwe landschappelijke accenten: een speelse dynamiek van verticale ‘stammen’ met bovenaan drie roterende ‘takken’. Maar die nieuwe accenten waren er ook in het verleden toen het zgn. Kolenwoud geleidelijk voor de bijl ging en perceelsgewijs tot akkers werd gecultiveerd. Uit pure noodzaak … om de steeds toenemende bevolking in onze demografisch expanderende steden te voeden. Wie zou indertijd tegen deze landschapsschennis geprotesteerd hebben?
In Midden-Limburg, ten noorden van de Demer en Haspengouw, maakte in de eerste helft van de 20ste eeuw een aanzienlijk areaal idyllische heidevegetatie plaats voor een gitzwart industrieel mijnlandschap. Een landschappelijke transformatie uit pure noodzaak … om de expansie van onze economie mogelijk te maken en aan de groeiende vraag naar steenkool (energie!) te voldoen. Ook dit was landschapsschennis, maar waren er protesten? Neen toch, de restanten van het korte ‘Kempens’ mijnverleden zijn nu oases voor cultuur, ontspanning en innovatieve bedrijven, denk maar aan Be-mine, C-mine, Thorpark, Terhils, ….
Omdat de kwaliteit van onze lucht door de verbranding van gas en olie met rasse schreden afneemt en de CO2-uitstoot hoger is dan ooit (de Standaard, 5 april 2022), is men vandaag koortsachtig op zoek naar nieuwe energiebronnen die ‘groen’, ‘duurzaam’ en ‘hernieuwbaar’ zijn. Uit pure noodzaak … want de lamp van onze welvaart moet brandend blijven! Toch duiken er, voor wat de inplanting van windturbines betreft, tal van bezwaren op: schade voor mens, dier en milieu, landschapsschennis, visuele vervuiling, geluidsoverlast …. Nochtans, wat is er mis met de ontwikkeling van milieuvriendelijke ‘turbinebossen’ op locaties –de weidse Haspengouwse graanakkers– die hiervoor van nature uitermate geschikt zijn én geen mens schade berokkenen? En jawel, dit nieuwe grensverleggend denken omtrent ‘landschap en samenleving’ verandert een monotoon akkerlandschap enigszins maar het wordt er m.i. niet minderwaardig door. Integendeel, komende generaties zullen er dankbaar naar opkijken als een element dat de noden en de tijdsgeest tijdens de eerste decennia van de 21ste eeuw illustreert. In deze optiek zie ik de inplanting van windturbines op de Haspengouwse ‘windvelden’ als een (wellicht tijdelijk) medegebruik van de open ruimte want akkerbouw en voedselproductie in de eigen regio moeten ten allen tijde gehandhaafd blijven. Uit pure noodzaak … zo leren o.m. de stijgende graanprijzen naar aanleiding van de Oekraïne-oorlog!
Tot zover een frisse en kosteloze geotoeristische wind over de mogelijke toekomst van het Haspengouws landschap … al ben ik er mij terdege van bewust dat deze niet alleen door een gratuit natuurelement –in casu de wind– gedirigeerd zal/kan worden … nietwaar malafide binnen- en buitenlandse oligarchen van fossiele energiebronnen en jullie aanhankelijke lakeien !
Lapis, mors-abolescens.
7 april 2022