Hasselt Heeft Het (HHH) is de toeristische slogan van de Limburgse provinciehoofdplaats. Of Kortessem, wanneer het binnen enkele maanden door Hasselt opgeslokt wordt, het ook heeft is maar zeer de vraag. Wat wel zeker is, is dat Kortessem – de poort van Haspengouw - het dan heeft gehad… zijn eeuwenlange gemeentelijke autonomie en zelfbestuur (KHHG). Wat sinds enkele dagen ook voorbij is, is de editie 2024 van de zevenjaarlijkse Virga Jessefeesten. Als eerbetoon aan deze vreugdevolle traditie maakten we deze zomerse blog – luchtig en eigentijds – met vooral beelden en foto’s en beperkte duiding: een hommage aan de Virga Jesse want Hasselt Heeft Haar!
In de Euregio ontsproot de traditie van ommegangen alias heiligdomsvaarten in het sociaal en economisch gunstig klimaat van de 14-15de eeuw, zeg maar de bloei van de steden. Het waren aanvankelijk regionale bedevaarten waar de relieken uit het Heilig Land en het eigen bisdom aan de enthousiaste menigte getoond werden. De grootste motivatie voor het gewone volk om aanwezig te zijn en te participeren was het verdienen van aflaten. Aken (1349), Maastricht, Luik en Tongeren behoren tot de pioniers. Tijdens de godsdienstonlusten van de Reformatie (16de eeuw) was er een pauze, maar onder het religieus meer tolerant gesternte van de Spaanse hertogen Albrecht en Isabella (begin 17de eeuw) nam de verering van heiligen in het algemeen en de mariale devotie een hoge vlucht en ontstonden een rist nieuwe bedevaartoorden zoals Kortenbos, Scherpenheuvel … De zevenjaarlijkse Virga Jessefeesten van Hasselt annex de ommegangen in hun huidig concept zijn gestart in 1682. En het initiatief had succes: de te kleine Clerckenkapel werd afgebroken en vervangen door de Virga Jessekerk. De Hasseltse Virga Jessafeesten werden in 2009, samen met o.m. de zevenjaarlijkse kroningsfeesten van Tongeren (2023, 2030, …), opgenomen in de inventaris van het immaterieel erfgoed van Vlaanderen. In augustus 2024 ging het evenement voor de 47ste keer door. Het centraal thema van deze editie was ‘(h)echt’ zijn, met de nadruk op authenticiteit en verbondenheid!
De Onze-Lieve-Vrouwkerk aan de Kapelstraat dateert uit 1728-40 en ressorteert stilistisch onder de classicerende barok. De Korinthische kapitelen en een aantal ornamenten, o.a. voluten en siervazen, kenmerken de vormentaal van de barok. De rondbogige sluitingen van ramen, deuren, portalen en nissen daarentegen verwijzen naar het ontluikend classicisme. Het gebedshuis werd bij een bombardement in 1944 zwaar beschadigd maar in 1950-52 o.l.v. architect E. Vreven historiserend gerestaureerd. In 1998 werd de kerk door de paus tot basiliek verheven, een erkenning van haar belang als bedevaartkerk. Ondanks de ruime proporties wordt dit gebedshuis in de volksmond vaak een kapel genoemd. Dit kan beschouwd worden als een historische referentie naar de voormalige Clerckenkapel die in 1344, na de vondst van het miraculeus Virga Jessebeeld, werd opgericht. Naast het Virga Jessebeeld (infra) huisvest het interieur de biechtstoel van het Heilig Paterke van Hasselt alsmede enkele waardevolle stukken uit de voormalige abdijkerk van Herkenrode. Het decoratief brandglasraam in de dwarsbeuk (infra) benadrukt dat Maria en haar zoon Jezus afstammen van Koning David.
Het miraculeus beeld, gesneden uit één stuk hout, dateert van omstreeks 1345. Het behoort stilistisch tot de gotiek en vertoont Maaslandse invloeden. De lieftallig glimlachende Moeder Gods poseert in een gracieuze S-vormige houding met een Christuskind op de rechterarm. De jongste restauratie dateert van 1977-78. Pas vanaf de 17de eeuw wordt het beeld “Virga Jesse” genoemd. Deze eretitel is gebaseerd op het vers uit het boek Jesaja: “Een tak ontspruit aan de stronk van Isaï, een twijg ontbloeit aan zijn wortels (Js 11.1)”. Isaï (Hebreeuws) of Jesse (Latijn) was de vader van gezaghebbende David, koning (1012-972 v. Chr.) van Juda en Israël, van wie Maria afstamt.
Het 98 cm grote beeld, gekroond in 1867, was tot 1968 aangekleed. De polychromie is origineel en werd blootgelegd tijdens de restauratie van 1977. De twee armen van het Christuskind ontbreken. De rechterarm werd in de 17de eeuw trouwens opzettelijk afgezaagd om het aankleden te vergemakkelijken. In originele toestand droegen Maria een scepter en het Jezuskind een wereldbol als attributen. Voor alle duidelijkheid: de Virga Jessa die in de ommegang wordt meegedragen, is een replica die normaliter in de Sint-Quintinuskathedraal staat. Het originele Virga Jessebeeld is hiervoor wegens haar hoge ouderdom te broos en kwetsbaar.
In de dwarsbeuk van de Virga Jessebasiliek toont een glasraam een zittende Maria met het Christuskind op de schoot, boven in een (stam)boom die ontspruit uit een liggende figuur helemaal beneden. Laatstgenoemde verbeeldt Isaï of Jesse, de stamvader van Maria en Jesus (supra). Dit glasraam (Armand van Rompaey) is een geschenk van het Virga Jessebroederschap naar aanleiding van het jubeljaar 1989. In de boom bevinden zich een rist andere voorvaderen van Maria zoals David, Juda, Joachim, …. Maria draagt een kroon en is uitgedost in een hemelsblauw kleed. Zij heeft een scepter in de rechterhand, het Christuskind een wereldbol met een kruis. Boven Maria’s hoofd zweeft de Heilige Geest in de gedaante van een witte duif. Maria’s troon is levendig versierd door bladeren en twijgen. Het kunstwerk suggereert spontaan een woordspelling, gebaseerd op de Latijnse woorden virgo (maagd, jonkvrouw, meisje) en virga (twijg, dun groen takje).
De Sint-Quintinusverering aan de Helbeek te Hasselt begon reeds in de 7de eeuw ten tijde van de vroegmiddeleeuwse kerstening. Omstreeks 1000 werd Hasselt een autonome parochie en bouwde men een romaans gebedshuis dat in 1218 onder het patronaatschap van de abdij van Herkenrode werd geplaatst. Het huidig bakstenen gebouw is een gotische kruiskerk uit de 15-16de eeuw, aanleunend tegen een romaans-gotische westtoren (11-13de eeuw) in natuursteen, nl. roestkleurige ijzerzandsteen en bleke mergelzandsteen. Bij de oprichting van het autonome bisdom Hasselt in 1967 verwierf de decanale Sint-Quintinuskerk de status van kathedraal. Meerdere stukken van het kerkmeubilair zijn afkomstig uit de voormalige augustijnenkerk en de abdij van Herkenrode. In de context van de Virga Jessefeesten, verankerd in de middeleeuwse bedevaarttraditie en reliekenverering, vermelden we de reliekenkast met de schedels van de heilige Ursula en de 11 000 maagden en de monstrans met de Bloedende Hostie van Viversel. Deze stukken worden getoond in de kooromgang.
Deze eigentijdse bezinningsruimte, die gedurende meerdere decennia gesloten bleef en bij veel Hasselaren onbekend was, is ter gelegenheid van het feestjaar 2024 opnieuw geopend. Ze bevindt zich – geheel onopvallend – op de hoek van Paardsdemer- en de Bonnefantenstraat. De ruimte wordt geanimeerd door een kleurrijke muurschildering van de Antwerpse kunstenares Amber Andrews (°1994). Alida van Geystelen, artistiek directeur van het naburig kunstencentrum Z33: “Het is een ode aan alle vrouwen, doorspekt met referenties aan de kunstgeschiedenis, mythische vrouwen zoals dame ‘Fortuna’ en enkele Hasseltse mirakelverhalen waarin de Virga Jesse de hoofdrol vertolkt”. Zo zie je het brugje over de Demer waar het aangespoelde Mariabeeld opgevist werd, de ladder van de onfortuinlijke schaliedekker (foto) en een vrouw in een zilveren kleed, verwijzend naar het dochtertje van de Morin. Volgens een lokale legende overleed het kind na een val uit het raam maar kwam weer tot leven nadat het op het altaar van de Virga Jesse was neergelegd!
Tegen de straatgevel van het Minderbroedersklooster, waar het Heilig Paterke vereerd wordt, staat tijdens de Virga Jessefeesten het landelijk optrekje van Hendrik en Katrien, volgens de legende het oudste koppel van Hasselt. Het is zowaar de enige rot – een rot is een uitgebeeld tafereel of een versiering aangebracht door wijkbewoners naar aanleiding van de Virga Jessefeesten – die sinds mijn jeugdjaren onveranderd hetzelfde concept vertoont. Het tafereel verwijst naar de vroegste archivalische oorkonde waarin er sprake is van het Henrixdorp. Interessant … want ook Hasselt is ooit een nederig dorp geweest en heeft acht eeuwen nodig gehad om zich spontaan tot de huidige, eigentijdse stad te ontwikkelen. Kortessem ontpopt in de nacht van 31 december ‘24 op 1 januari ’25 ineens van dorp tot stad wat allicht met ondraaglijke barensweeën gepaard zal gaan. En als er in ‘hoofdstad van de smaak’ geen Virga Jessefeesten zijn dan rusten Hendrik en Katrien uit op een bank aan de Grote Markt, een fotogeniek kunstwerk (1989) van Marc Cox (°1944, Stevoort).
Als folkloristisch anker voor Hasselt zag de Langeman het levenslicht omstreeks 1500 in de schoot van het smedenambacht. In 1515 werd hij lid van de rederijkerskamer de Roode Roos. In zijn huidige outfit – gekleed in een harnas en rode mantel – is deze reus sinds 1810 steevast op post tijdens de Virga Jessefeesten. Op de eerste maandag na de eerste ommegang – anno 2024 op maandag 19 augustus – deelde hij, onder auspiciën van het ‘Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw’, kwistig erwtensoep met spek uit op het pleintje voor de Virga Jessebasiliek. Het is een traditie uit de late middeleeuwen en het ancien régime toen er ter gelegenheid van Mariale processies soep aan de arme Hasselaren werd uitgedeeld. In de krant van 20/08/2024 kopt Het Nieuwsblad: ‘Rijen dik aanschuiven voor gratis soep van de Langeman tijdens de Virga Jessefeesten’. Sinds 1982 is de Langeman ook permanent aanwezig in de Hasseltse Kapelstraat in de gedaante van een bronzen beeld, een creatie van de plaatselijke kunstenaar Robert Vandereycken (1933-2024).
Schaliedekker Frans De Pré voerde in september 1630 herstellingswerken uit op het dak van herberg ‘Die Maene’, één van de oudste en hoogste huizen op de Grote Markt. Het regende en de omstaanders keken toe. Plots maakte de vakman een misstap en gleed hij weg op zijn buik. Doorgaans waren de zadeldaken van middeleeuwse stadhuizen veel steiler dan nu. Als godvruchtig man riep hij al schuivend de Virga Jessa te hulp. Terstond werd hij door een onzichtbare hand gegrepen en op zijn rug gedraaid. Zo gleed hij traag verder naar beneden en vouwde hij zijn handen godvruchtig tot gebed … wachtend op de fatale val. Maar als bij wonder wist hij met de handen de dakgoot vast te grijpen. Daar hing hij dan in een hachelijke situatie. De toeschouwers beneden plaatsten een ladder tegen de gevel zodat de schaliedekker veilig en wel naar beneden kon komen. Dit spannend verhaal werd tijdens de recente feestmaand, in beeld en woord, hoog tegen de gevel van het huis op de Grote Markt gerapporteerd.
Het verhaal van de Dolende Man is één van de mirakels die aan de Virga Jesse wordt toegedicht. Een zekere Christianus uit de buurt van Hasselt – misschien was hij wel van Cortessem? – op bedevaart naar de Zwarte Madonna van Rocamadour (Fr), raakte in een uitgestrekt bos hopeloos verdwaald. Ten langen leste smeekte hij: ‘Virga Jesse, red me’. Maria nam hem bij de hand en leidde hem rustig door een desolaat en verlaten landschap naar zijn Franse bestemming. Bij zijn thuiskomst ging hij de Hasseltse Virga Jesse danken voor haar tussenkomst en goede raad. Dit wonder werd dit jaar in de Lombaardstraat verteld en uitgebeeld. Mogelijks voltrekt zich een hedendaagse versie van dit mirakelverhaal: een in Hasselt verdwaalde en ronddolende ex-burgemeester van Villa Curtricias (°741) die na tussenkomst en goede raad van de Virga Jesse de weg naar zijn geboortedorp terugvindt om er zijn dorpsgenoten hun authenticiteit en verbondenheid terug te geven en er eendrachtig de feestelijkheden ‘Kortessem 1300’ voor te bereiden! Bij leven en welzijn bericht ik hierover in een Haspengouwblog van 2041.
Een cursiefje als epiloog
Al ben ik ruim 73 jaar geleden in het Hasselts moederhuis geboren, een Hasselaar ben ik niet, voel ik mij ook niet en zal ik nooit worden. En toch heb ik niets tegen Hasselt, integendeel. Tijdens mijn jeugd- en tienerjaren ben ik er, samen met mijn moeder, tientallen keren geweest, met de fiets of de lijnbus. We gingen er winkelen en noodzakelijke dingen kopen die bij ons op het Kortessemse platteland niet te vinden waren. Het betrof meestal textielwaren (hemden en broeken, rokken en sokken, schoenen …), drogisterij-artikelen, ed. Zo ‘n winkeltrip naar Hasselt zonder een bezoek aan de grafkapel van het Heilig Paterke was ondenkbaar. Mijn moeder had immers een even grenzeloos als aanstekelijk vertrouwen in die inmiddels zalig verklaarde Haspengouwse minderbroeder. Af en toe liepen we eens langs bij ‘Tanteke’. Een tante van mijn grootmoeder – zelf was ze nogal klein van gestalte, vandaar het verkleinwoord – had immers een textielwinkel in de Hasseltse Kapelstraat … de straat waarin ook de Virga Jessebasiliek staat. Tanteke sprak naast ‘essels’ (= Hasselts dialect) geregeld ook Frans zoals dat de kleinstedelijke bourgeoisie betaamde. Bij gesprekken tussen ‘grote mensen’ behoorden toentertijd kinderen te luisteren en te zwijgen. Dat deed ik dan ook braafjes. Eén gevleugelde zinsnede van Tanteke is mij tot op de dag van vandaag levendig bijgebleven, nl. ‘Ich waa’s m’n brikskes be e bèsselke’ wat vertaald in het ABN ‘Ik was mijn onderbroekjes met een borsteltje’ betekent. Alvorens we vanuit Hasselt terug huiswaarts keerden, trakteerden we ons zelf steevast op een ‘gosette’ alias appelflap bij Tomsin aan het eind van de Koning Albertstraat. In Kortessem waren er toen meerdere bakkers maar die verkochten meestal alleen maar brood, vandaar het Hasselts toetje. Nu vind je in Kortessem wel pateekes, maar zijn er bijna geen bakkers meer!
Ook Hasselt is door de jaren heen geëvolueerd en veranderd. Met de democratisering van de auto verschoof een groot deel van de winkel- en dienstenbedrijvigheid naar vlotter bereikbare plaatsen buiten de stadskern zoals de Grote Ring, de Genkersteenweg, de Ikea-site en de Kuringersteenweg. Tot overmaat van ramp zoog ook de commerciële ontwikkeling en inrichting van de Blauwe Boulevard aan de kanaalkom gerenommeerde winkels en merken uit de historische stadskern weg. Maar ik heb de indruk dat er hierin de afgelopen jaren een kentering ten goede is opgetreden. Het besef dat beiden – het gerenoveerde stadscentrum en de hypermoderne kanaalkom – naast elkaar mogelijk en leefbaar zijn, groeit. Hasselt heeft immers ingezet op aangenaam wonen in het centrum. Op vrijgekomen sites waar voorheen o.a. kloosters en scholen stonden, bevinden zich nu moderne en eigentijdse wooncomplexen. Tof zijn de vele doorsteekjes die hierbij gecreëerd werden. Op de historische Z-N-winkelas Koning-Albertstraat – Grote Markt – Demerstraat weet de detailhandel zich te handhaven en neemt de leegstand geleidelijk af. Via de Molenpoort is er een vlotte en veilige verbinding met de Blauwe Boulevard gecreëerd. De ruime en vooral betaalbare ondergrondse parking aldaar heeft voor velen de drempel om naar ‘Hasselt te gaan’ gevoelig verlaagd. Naast het klassiek toeristisch aanbod scoort Hasselt ook aardig op culinair vlak met een breed assortiment aan drank- en eetgelegenheden. Onlangs zijn we neergestreken op een terrasje waar tapas – jawel Hasselt is ook een multiculturele stad geworden … dat zie je aan alles – geserveerd werden. Per ongeluk is er toen een stukje tomaat op mijn short terechtgekomen. Toen ik thuiskwam heb ik het vlekje op mijn broek met een borsteltje verwijderd. Jong geleerd is oud gedaan!
Hoe lang en in welke mate
kan men tradities kruiden
met eigentijdse ingrediënten
alvorens tradities verloren gaan?
Lapis, mors-abolescens.
27 augustus 2024