
Het recente natuurbeheerplan Centraal Haspengouw van het Agentschap Natuur en Bos (ANB) viel bij de Haspengouwse beroepslandbouwers niet in goede aarde. Ze verlieten hun hoeve en reden met hun tractoren naar Hasselt. Een deel van het plan werd goedgekeurd … de logica zelve. Maar het zgn. ‘globale kader’ werd voorlopig in de koelcellen gestockeerd. Wat betekent ‘globaal kader’ in het vocabularium van een natuurbeheerder? Wat is de Vlaamse overheid met de landbouw in Haspengouw van plan? Wat zijn de doelstellingen van het natuurbeheerplan? Waarom zijn vooral jonge boeren verontrust? Wat bedoelt men met ‘Centraal Haspengouw’ en hoe is dat afgebakend? Is er een verband tussen “Centraal Haspengouw” van ANB enerzijds en het landschapspark ‘Hart van Haspengouw’ van RLHV anderzijds? En hoe is het momenteel gesteld met de ‘natuur in Haspengouw’? Op al deze vragen tracht ik in deze blog antwoorden te formuleren en enige duiding te geven … ora et labora!
Tussen 2011 en 2017 schreef en publiceerde ik vijf Haspengouw-monografieën waarin de regio vanuit diverse invalshoeken belicht en bekeken wordt: het religieus erfgoed, de evolutie van het landschap, het kastelenlandschap, de kerkelijke architectuur en een kijkboek met een didactisch-historische verhaallijn. Tot mijn oorspronkelijke planning behoorde nog een logische zesde titel, nl. “De natuur in Haspengouw”. Ik wilde dit item realiseren in nauwe samenwerking met de natuurwerkers on the field, de natuurverenigingen met gedegen en gepassioneerde biologen in hun rangen. Daarom heb ik in 2015 alle Haspengouwse natuurverenigingen gecontacteerd en hen een voorstel tot medewerking aan dit initiatief gedaan. Van zowat 25% ontving ik een positieve tot enthousiaste reactie, van de overige 75% heb ik tot op heden niets gehoord. De provinciale administratie van Natuurpunt.Limburg antwoordde dat het niet mijn taak was om me met die materie – de natuur in Haspengouw – te bemoeien. “De tijd was er nog niet rijp voor en desgevallend zou men me later contacteren”. Ik heb geduldig gewacht tot mijn zeventigste en ben begin 2021 met pensioen gegaan. Tot op heden heb ik van deze gezaghebbende instantie nog altijd niets gehoord en derhalve voor mezelf maar besloten dat natuur en natuurbeheer, met of zonder stikstof, een netelige substantie is en blijft.
Door millenniumlange kolonisatie en intensieve landbouw is van de natuurlijke vegetatie, het gemengd Atlantisch oerwoud, uiteraard geen boom overeind gebleven. Haspengouw evolueerde naar een harmonisch cultuurlandschap … één van de boeiendste van heel Vlaanderen. De actuele Haspengouwse natuurwaarden schuilen enerzijds in de talrijke kleine en grotere beekdalen, anderzijds in de kasteelbossen. De huidige natuurgebieden en -reservaten zijn eigendom van en/of worden beheerd door diverse instanties: privépersonen en families, groen- en milieudiensten van steden en gemeenten, de provincie, bosgroepen, het Agentschap Natuur en Bos (Vlaamse overheid) en meerdere natuurverenigingen zoals Natuurpunt, de Natuurvereniging Limburgs Landschap, de natuurvereniging Orchis vzw, leefmilieu-organisaties, e.a. … ieder met zijn eigen werkwijze, prioriteiten, inzichten en doelstellingen om de natuur te beheren en biodiversiteit na te streven. Recentelijk nog kwamen bij de herinrichting van het Schulensbroek twee groene visies met elkaar in conflict zoals in mijn blog “De groene slag om het Schulensbroek” (2020) te lezen is. Met mijn geaborteerde monografie “Natuur in Haspengouw” beoogde ik in al mijn naïviteit ‘eenheid in verscheidenheid’ … niet meer maar ook niet minder.
De relatie tussen natuur en landbouw is vanaf de tweede helft van de 20ste eeuw eerder een haat-liefde verhouding geworden. Sinds de postglaciale landname – ca. 7 000 jaar geleden – en de daaropvolgende kolonisatie heeft de landbouwende mens zich opgeworpen tot de architect van het Haspengouwse cultuurlandschap. Uit de inheemse flora en fauna werden soorten geselecteerd, gedomesticeerd en veredeld die voor de mens en zijn voeding nuttig en noodzakelijk waren: granen, knolgewassen, vlas, groenten, kruiden, vruchten, runderen, kippen, enz. En met gemoderniseerde technieken en gespecialiseerde hulpmiddelen werden de opbrengsten en het rendement van deze teelten/culturen opgevoerd… tot ver boven de eigen behoeften. Zo ontstonden er overschotten en ‘bergen’ van o.a. vlees en boter. Deze landbouwevolutie kwam na het kantelmoment ‘1958’ almaar meer in conflict met het ontluikende groene gedachtegoed, geventileerd door nieuwe politieke stromingen en partijen (Agalev, Groen), milieuorganisaties (o.m. Bond Beter Leefmilieu) en natuurverenigingen allerhande (supra). De jongste confrontatie tussen landbouw en natuur in Haspengouw deed zich voor begin 2024 toen het Agentschap Natuur en Bos (ANB) een natuurbeheerplan voor Centraal Haspengouw lanceerde.
Het Agentschap Natuur en Bos (ANB) heeft een langetermijnvisie voor het natuurbeheer in Centraal Haspengouw ontwikkeld en in het voorjaar van 2024 bekend gemaakt. In Centraal Haspengouw – wat mij betreft een gloednieuwe (geografische?) gebiedsomschrijving die zowel delen van Droog- als Vochtig Haspengouw overspant – liggen volgens ANB minstens 11 natuurrijke en -rijpe gebieden (infra) die in de toekomst behouden en versterkt (lees uitgebreid) moeten worden. Het betreft enerzijds valleigebonden arealen (o.a. het Herk- en Mombeekbekken alsmede enkele zijvalleien van de Demer), anderzijds enkele omvangrijke bosdomeinen als historische erfenis van het onvolprezen Haspengouwse kastelenlandschap. Het uitgangspunt is even duidelijk als logisch: “Natuurgebieden kunnen pas duurzaam beheerd worden als de schadelijke invloeden (o.a. chemische residuen uit de landbouw) uit de directe omgeving geminimaliseerd worden”. Onder Centraal Haspengouw ressorteert – geheel maar vooral gedeeltelijk –het grondgebied van de gemeenten Bilzen-Hoeselt, Diepenbeek, de provinciehoofdplaats Hasselt (inclusief hun recentste verovering Kortessem), Alken (?), Wellen, Tongeren-Borgloon en Heers. Hoogst opmerkelijk is dat, sinds de fusies van 2025, geen enkele gemeente in zijn totaliteit onder Centraal Haspengouw ressorteert.
Momenteel (anno 2025) bezit en beheert ANB in Centraal Haspengouw 640 ha natuurgronden. Relatief gezien komt dit overeen met een areaal dat 24% van de oppervlakte van de gemeente Wellen (de kleinste gemeente van Centraal Haspengouw) of 2.4% van de gehele oppervlakte van Centraal Haspengouw. Dit is voor alle partijen een goede zaak want het betreft vaak waterrijke (vallei)gronden waarvoor geen enkele andere bestemming dan natuurontwikkeling aangewezen is. Volledigheidshalve voeg ik hieraan toe dat er in Centraal Haspengouw momenteel heel wat meer ‘beschermde natuur’ gedijt in eigendom van en/of beheerd door andere instanties dan ANB: privépersonen of -instanties, natuur- en milieuverenigingen, Natuurpunt, natuurvereniging Limburgs Landschap, natuurvereniging Orchis vzw, e.a. Ook al deze “agenten” voeren natuur en natuurontwikkeling hoog in het vaandel maar realiseren hun doelen kleinschaliger, behoedzamer en in direct overleg met de aangelanden. Per slot van rekening hebben zij, als het op aankoop van gronden aankomt, minder financiële midden dan het ANB dat aanleunt bij de beleidsopties en subsidies van de Vlaamse regering.
Tot hiertoe is er geen vuiltje aan de lucht: m.a.w. er is reeds ruimte voor natuurontwikkeling door ANB in de van oudsher agrarische regio Centraal Haspengouw. Maar het hogergenoemde ANB-natuurbeheerplan heeft ook een zgn. ‘globaal kader’ dat betrekking heeft op het beheer van en maatregelen voor aangrenzende percelen. Het gaat dan om een totale oppervlakte van 2329 ha waarvan ruim de helft – 1260 ha om precies te zijn – op dit ogenblik het statuut ‘landbouwgrond’ heeft en als dusdanig ook bewerkt en geëxploiteerd wordt. En dat verhaal – het inpalmen en herbebossen van vruchtbare Haspengouwse leemgronden – zien vooral de jongere beroepsboeren niet zitten. En ook hiervoor kunnen we begrip opbrengen … want het is hun broodwinning. Ze zijn van mening dat een resem restricties (o.a. bemesting, het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, bodembewerking, …) hun rendement en concurrentiekracht zullen benadelen. Ze vrezen m.a.w. dat hun pad naar uiteindelijke onteigening geplaveid zal zijn met regeltjes en beperkingen die hun normale landbouwactiviteit belemmeren. Haspengouwse boerenorganisaties, gesteund door de Boerenbond en enkele gemeenten (o.a. het toen nog autonome Borgloon) hebben in maart 2024 dan ook 162 schriftelijke bezwaren tegen de drastische inkrimping van de Haspengouwse landbouwgrond met 1260 hectare, afgegeven bij het Agentschap Natuur en Bos in Hasselt. Om de nodige aandacht te vragen deden ze dat met een tractoractie in de provinciehoofdplaats.
Vlak voor de Vlaamse verkiezingen op 9 juni 2024 wordt het Natuurbeheerplan Centraal Haspengouw dat betrekking had op de reeds bestaande 640 ha natuurgronden, goedgekeurd. Dit lijkt me niet meer dan een logische formaliteit. Maar het zgn. globale kader (d.w.z. de uitbreiding tot 2329 ha) werd geschrapt. Om de gemoederen te bedaren belooft het ANB in de toekomst de landbouwsector nauwer te betrekken bij de opmaak van hun natuurbeheerplannen. De rust keert weer maar de kaartoefening is gemaakt en zal te gepasten tijde terug op tafel komen.
De complexe toekomst van de landbouwsector zal ongetwijfeld de verdere evolutie van het natuurdomein versus landbouwgrond in Haspengouw mede bepalen. De Vlaamse overheid zal dit proces verder dirigeren en orkestreren … a fortiori in de provincie Limburg waar sinds de verkiezingen van 9 juni 2024 de portefeuilles van Landbouw en Omgeving in dezelfde binnenzak zitten. In het kader van de hierboven geschetste aanpak past de goedkeuring (eind 2023) en oprichting van het landschapspark ‘Hart van Haspengouw’ … een gebied dat zowel congruent is met het stroombekken van Herk en Mombeek als met de ANB-gebiedsomschrijving ‘Centraal Haspengouw’.
Voor de Vlaamse overheid is het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren (RLHV) een instrument om de uitbreiding van de natuur in Haspengouw te promoten en te begeleiden. Dit was tenminste toch de ondertoon die ikzelf vaststelde bij de sprekers op de feestzitting van “25 jaar RLHV” op 12 december 2024 in de feestzaal van het Fonteinhof, het middeleeuws stulpje van de gezaghebbende heren van Gotem. En ik merkte er nog iets op. Tijdens deze feestzitting werd met geen woord gerept over Voeren, nochtans sinds 1999 een substantieel deel van de titel ‘RVHL’! En dat baart me zorgen want in het overmase Voeren zag 42 jaar geleden mijn geesteskind ‘het geotoerisme’ het levenslicht.
Bijgaand kaartje toont de afbakening van het landschapspark ‘Hart van Haspengouw’. De grilligheid van de grenzen suggereert dat stroombekkens van beken en zijbeken een voorname maatstaf bij de afbakening van het landschapspark zijn. De genummerde groene cirkels lokaliseren de 11 zones met natuurwaarden die in het ANB-natuurbeheerplan Centraal Haspengouw aangestipt zijn. We overlopen ze even.
1-Het meest westelijke brongebied van de Herk in Rukkelingen-Loon en Mechelen-Bovelingen. Het waardevolle Hornebos – als parkbos een historische aanhorigheid van de grotendeels vervaagde kasteelsite van Mechelen-Bovelingen – vormt de reeds bestaande natuurkern van dit areaal waar men vooral een natuurwinst in noordelijke en oostelijke richting beoogt. Ter kennismaking: de Verborgen Moois-wandeling Hornebos (8.2 km).
2-De bovenloop van de Herk tussen het kasteel van Heers via Veulen, Klein-Gelmen, Mettekoven tot de Romeinse heerweg te Helshoven. Het betreft vooral beekdalbegeleidende vegetatie in een bochtig valleisegment van zowat 5 kilometer, grotendeels ontsloten door het bewegwijzerd wandelpadennetwerk van de greenspot Mettekoven.
3-De middenloop van de Herkebeek tussen Heks, Sassenbroek en Broekom. Deze kleinere sectie is ca. 2 kilometer lang. Ze leunt aan bij en realiseert de natuurverbinding met het private natuur- en parkdomein (oude bossen) van het landgoed en kasteeldomein Hex, één van de meest waardevolle natuur- en cultuurhistorische sites van Haspengouw.
4-Het kleinschalig en gevarieerd landschap rond de Bollenberg ten zuiden van Borgloon. Dit is geen alluviaal gebied maar een hoger gelegen landschap met tal van vergezichten. Een golvende caleidoscoop van bossen, weilanden en akkers, doorsneden met het gave tracé van de heerbaan Tongeren-Tienen. De Bollenberg is dooraderd met tal van bewegwijzerde wandelpaden van de greenspot ‘Borgloon-Grootloon’.
5-Het valleitje van de Vilsterbeek ten noorden van Borgloon-centrum. Het betreft het kleinste ANB-natuurgebied van Centraal-Haspengouw. De fruitroute, aangelegd op het herbestemd fruitspoor, loopt er dwars doorheen. Dit areaal ligt vlak bij het belevingscentrum Stroopfabriek.
6-Het brongebied en de bovenloop van de Mombeek van Widooie via Haren tot Jesseren. Het betreft een verbinding en aaneenrijging van meerdere reeds bestaande natuurkernen. Deze zuid-noord georiënteerde valleisectie is ca. 6 kilometer lang en beoogt potentiële uitbreiding zowel op de oost- als de westhelling. Stroomafwaarts van Jesseren sluit deze sectie naadloos aan op het Natuurpunt-reservaat ‘Zammelen’ dat echter niet in de ANB-natuurbeheerplanning ‘Centraal Haspengouw’ is opgenomen.
7-De benedenloop van de vallei van de Fonteinbeek. De Fonteinbeek stroomt ter hoogte van Jesseren in de Mombeek. Vooral de steile noordflank met de iconische burchtruïne van Kolmont en het Kolmontbos zijn zowel in natuurhistorisch als in cultuurhistorisch opzicht waardevol en beschermd. Deze sectie sluit naadloos aan bij sectie 6.
8-De vallei van de Leerbeek ten noorden van Neerrepen met o.m. het alluviaal natuurgebied Eggertingen. De Leerbeek is een nog deels meanderend beekje dat ter hoogte van Vliermaal in de Mombeek uitmondt.
10-De brede valleisectie van de Mombeek in het binnengebied tussen Wintershoven, Vliermaalroot en Kortessem. Het ‘globaal kader’ suggereert hier een nieuw natuurgebied, wellicht een alluviaal bos zodat dit gebied, o.m. voor vogels, de rol van corridor vervult tussen de bosdomeinen Bellevue en Jongenbos. In dit relatief open valleisegment buigt de Mombeek haar NNO-stroomrichting af naar het NW. Tegelijk wordt de alluviale vlakte aanzienlijk breder en zwakken de hellingen fors af. Zulke verschillen manifesteren zich in de overgangszone tussen Droog- en Vochtig-Haspengouw. Paleogeografisch interpreteer ik dit valleisegment als de puinkegel die de Mombeek opbouwde met erosiemateriaal uit de stroomopwaarts gelegen nauwere valleibodem. Momenteel gedijen hier vooral vochtige tot moerassige graslanden die bij hevige of langdurige regenval overstromen.
11-De beheeroptie voor het Jongebos (foto intro), historisch gelinkt aan het gelijknamig kasteel, is de realisatie van een bosreservaat met een maximale natuurontwikkeling. Volgens het globaal kader mag het domein in noordoostelijke richting uitgebreid worden tot aan de E313. En ook in zuidwestelijke richting mogen enkele percelen verworven worden. Het ANB-beheerplan wil op termijn de oppervlakte van het Jongenbos verdubbelen tot ca. 200 hectare. Een studie van historisch kaartmateriaal toont aan dat het Jongenbos in feite een stukje Kempen ten zuiden van de Demer is; er gedijen immers enkele plantensoorten uit de Kempense flora.
Mag ik het voor alle duidelijkheid nog eenmaal herhalen? De natuur in Haspengouw is zoveel meer dan de heisa die de ANB-natuurbeheerplannen afgelopen tijd losmaakte en slechts betrekking heeft op het arbitrair gekozen Centraal Haspengouw alias het landschapspark “Hart van Haspengouw”. Zonder afbreuk te willen doen aan de talrijke kleine en grotere groen- en natuurgebieden, haal ik slechts enkele blikvangers van bovenlokaal voor de geest: het natuurgebied Egoven-Overbroek (Gelinden, Natuurpunt/Aulenteer), de bossen en vijvers van het Provinciaal Domein Nieuwenhoven (Sint-Truiden, Provincie Limburg), het Europees vogelreservaat Schulensbroek (Natuurpunt/Vrienden van het Schulensbroek), het natuurgebied Broekbeemd en het natuurgebied Grote Beemd (Wellen/Natuurvereniging Limburgs Landschap), het natuurreservaat Mombeekvallei (Natuurpunt/Alken en Hasselt), het natuurreservaat Zammelen (Kortessem/Natuurpunt), het vleermuizenreservaat Waterkuil (Vechmaal, Natuurpunt.Heers), het natuurgebied De Kevie in de Jekervallei (Natuurpunt & Leefmilieu Tongeren) en de kalkflora van het plateau van Caestert en Tiendeberg (Kanne/Natuurpunt Riemst). Deze en alle andere blauwgroene stippen en vlekken wilde ik overzichtelijk aanduiden op de overzichtskaart als bijlage van mijn imaginaire Haspengouwmonografie ‘Natuur in Haspengouw’. Helaas, anderen hebben er anders over beslist. Als ik gedurende de voorbije halve eeuw iets geleerd heb uit mijn werkzaamheden en activiteiten in de geotoeristische en cultuurtoeristisch sector dan is het dit: het is helemaal niet van tel wat er gedaan is, alleen hij/zij/X/hun die de macht hebben iemand iets te laten doen en zelf de lintjes mogen doorknippen, zijn belangrijk!
Lapis, mors-abolescens.
18 februari 2025